‘Samen vormen we De Caai’
24 februari '23
De Caai wordt niet zomaar een nieuwe wijk in Eindhoven, het belooft dé duurzame plek te worden waarbij bewoners, ondernemers én bezoekers gezamenlijk bouwen aan de toekomst. Albert Herder van Studioninedots maakte samen met Steven Delva van DELVA Landscape Architecture & Urbanism het stedenbouwkundig plan. Albert: “We gebruiken het collectieve gedachtengoed van het Campinaterrein van vroeger om De Caai vorm te geven.”
Oude gebouwen nieuw leven inblazen
Op deze unieke locatie in Eindhoven, met een rijke historie, is nog veel erfgoed aanwezig. De bedrijvigheid van de melkfabriek van vroeger wordt langzaam weer voelbaar. Het aanwezige erfgoed wordt zorgvuldig geïntegreerd in de toekomstige stadswijk. “Het is ongelofelijk inspirerend om deze oude gebouwen met karakter, waar de geschiedenis vanaf druipt, te gebruiken voor een nieuw gebied. We vinden het belangrijk dat de historie van deze plek overeind blijft, daarom blijven de monumentale gebouwen herkenbaar in het geheel. Het erfgoed dient dan ook als basis van het hele stedenbouwkundige plan. Zo is er bewust gekozen voor vijf woontorens, om veel woningen te creëren maar ook om de monumenten in waarde te laten. Als je namelijk alles dicht bouwt op de grond, dan krijg je veel smalle straten met kleine pleinen en zie je de monumenten niet meer”, vertelt Albert, “In de architectuur van de nieuwe onderdelen hebben we ervoor gekozen om alles zoveel mogelijk te bouwen in dezelfde kleur, materialen en architectuurprincipes. Weliswaar enigszins onderscheidend zodat je het monument en de nieuwbouw herkent, maar wel zo dat het voelt als een geheel.”
Een groene oase midden in de stad
De nadruk van De Caai ligt op gezondheid, voeding en welzijn, zodat er een duurzame leefomgeving ontstaat. “De omgeving wordt heel erg groen zodat deze klimaatadaptief is en daarmee voorbereid op de risico’s van het veranderende klimaat, zoals hevige regenval of warme zomers. De kanaalzone speelt hier een belangrijke rol in. De groene zone vanaf het water loopt steeds meer het gebied in en wordt daarmee verbonden aan de groene pleinen, straatjes en steegjes in De Caai die voor iedereen toegankelijk zijn. Op de laagbouw komen groene daken en de binnentuinen worden rustige oases waar je bijvoorbeeld op je gemak een boek kan lezen. Daarnaast leggen we de nadruk op fietsen. De Caai is een autovrije zone, waarbij de auto’s geparkeerd worden in parkeervoorzieningen aan de rand van het gebied. De fietsen staan niet in weggestopte bergingen, maar juist in het zicht. Zo zijn er straks fietslobby’s in de gebouwen die onderdeel vormen van de entree, waardoor je niet naar een kelder hoeft om je fiets te pakken. In de parkeergarage komt een plek voor deelmobiliteit, met deelauto’s en misschien zelfs deelscooters of bakfietsen. Doordat de straten autovrij zijn, vormen deze een uitbreiding op de woning, waar gespeeld kan worden en genoten kan worden van het zonnetje en het extra groen in de wijk.”
Van coöperatie naar collectief
“Vroeger zat er op deze plek een coöperatie waarbij een grote groep boeren een melkfabriek nodig had. Zij werden allemaal een stukje eigenaar. Dat collectieve gevoel hebben we gebruikt om De Caai verder in te richten. Alle verschillende onderdelen, zoals wonen, werken en bezoeken, worden met elkaar verbonden. Er is continu gekeken naar hoe bewoners straks ook gebruik kunnen maken van de andere faciliteiten op De Caai, zodat zij hier ook van kunnen profiteren”, vertelt Albert, “We hebben een gebied gemaakt waarin levendigheid zit en gebruikers en bewoners elkaar kunnen ontmoeten. De gebouwen worden maximaal verbonden met de publieke ruimte door ze zo open mogelijk te maken door bijvoorbeeld glas toe te passen, maar ook door overgangszones aan te brengen. Die zorgen ervoor dat mensen naar buiten treden, hun deuren open zetten of het zijn plekken waar horeca een terras kan maken. In de overgangszones ben je altijd welkom: er heerst een grote mate van gastvrijheid. We maken ontmoetingsplekken waarbij we naast horeca ook op zoek gaan naar plekken waar bewoners bijvoorbeeld ’s ochtends vroeg een paar uurtjes kunnen werken voordat ze naar kantoor gaan. Daarnaast wordt de verbinding gezocht in de invulling van het terrein. Hier komen straks innovatieve bedrijven, die geïnteresseerd zijn in gezondheid en voeding, maar die ook openstaan om bewoners werkplekken aan te bieden. Bijvoorbeeld jongeren die een zakcentje willen verdienen. Zo verbind je het wonen en werken op een ruimtelijke manier met elkaar en wordt het een plek waar we met z’n allen De Caai vormen.”